Biomimicry

 

Biomimcry


 

De term biomimicry is afgeleid van de samentrekking van de Griekse woorden bios ’leven’ en mimesis ’imiteren’, dus letterlijk ’het leven imiteren’.

De term biomimicry werd voor het eerst gebruikt door Janine Benyus in haar boek ‘Biomimicry, innovation inspired by nature’ (1997).

 

Janine Benyus hanteerde een definite voor biomimicry die op 3 verschillende onderwerpen berust: De natuur als model, de natuur als maatstaf en de natuur als mentor. 

 

  • De natuur als model:

Biomimicry is een nieuwe wetenschap die de voorbeelden uit de natuur bestudeert en imiteert of als inspiratie gebruikt om problemen in het mensdomein (geïndustrialiseerde samenlevingen) op de te lossen, bijvoorbeeld een zonnecel geïnspireerd op een blad.

 

  • De natuur als maatstaf:

 Biomimicry past ecologische maatstaven toe om de ‘passendheid’/ ‘juistheid’ van innovaties te bepalen. Na 3,8 miljard jaar evolutie heeft de natuur geleerd: Wat werkt. Wat geschikt is. Wat blijvend is.

 

  • De natuur als mentor:

 Biomimicry is een nieuwe manier van kijken naar en waarderen van de natuur. Het introduceert een tijdperk dat niet gebaseerd is op wat we uit de natuur kunnen halen, maar wat we van de natuur kunnen leren.

Biomimicry draait om het nastreven van de genialiteit van de natuur op het gebied van ontwerpen van producten, processen en systemen.

Er is sinds 3,8 miljard jaar leven op aarde aanwezig. Dit heeft zich ontwikkeld van de eerste basale levensvormen tot de vaak zeer geavanceerde levensvormen die we nu in de natuur tegenkomen. Sinds het ontstaan van de eerste levensvormen hebben de organismen en (eco) systemen op aarde uitgevonden wat werkt, wat passend is binnen de context en wat bijdraagt aan overleven. De natuur is in staat op de meest economische manier haar doelstellingen te behalen in termen van energie en materiaalgebruik.

 

Vaak streven de oplossingen ontwikkeld in de natuur onze oplossingen aan alle kanten voorbij, zowel ten aanzien van de gebruikte techniek als ten aanzien van de esthetica. Oplossingen ontwikkeld in de natuur zijn vaak ingenieus, duurzaam en stabiel onder veranderende omstandigheden. Ze hebben mede daardoor een laag risico. ​

Sinds het uitkomen van het boek van Benyus staat biomimicry volop in de belangstelling. Maar biomimicry is geen nieuwe, maar meer een vergeten wetenschap. Er zijn tal van voorbeelden uit de geschiedenis waar de mens zich tot de natuur wendde voor inspiratie. Een bekend voorbeeld is Leonardo Da Vinci. Hij maakte schetsen van vliegmachines die geïnspireerd waren op de vleugels van een vogel. Eind jaren vijftig van de vorige eeuw onderzochten de Amerikaanse biofysicus Otto Schmidt en doctor Jack Steel al machineontwerpen geïnspireerd op de natuur. Daarbij gebruikten ze voor het eerst de termen biomimetics en bionics.

 

​Naast biomimicry worden ook biomimetics, bionics, bionik en bionica gebruikt. De overeenkomst tussen al deze termen ligt in: leren van de natuur. Waar bij biomimicry ook het duurzaamheidsaspect een nadrukkelijke rol speelt (maatstaf en mentor), speelt dat bij biomimetics en bionica minder en ligt de nadruk meer op technologische ontwikkeling. ​

 

Tekst overgenomen en aangepast: BiomimicryNL.org